Vissen met opa Je kunt ook luisteren: 'Opa ik ben superman', zegt Jasper. Jasper heeft een blauw glimmend pak aan. Om zijn schouders heeft hij een rode cape. Op zijn borst staat met grote letters 'Superman'. 'Je ziet er stoer uit', zegt opa. Jasper loopt trots een rondje in de kamer. 'Wil superman vanmiddag met mij vissen?' vraagt opa. Dat wil Jasper wel. Opa gaat met Jasper naar de schuur. Opa pakt voor Jasper een bamboehengeltje. Voor zichzelf pakt opa een grote hengel. 'Dat is het aas', zegt opa en geeft Jasper een plastic doosje. 'Wat is aas?' vraagt Jasper. Opa vertelt dat je dat aan het haakje doet. De vissen happen naar het aas. Opa vangt dan de vis. In het park lopen Jasper en opa naar een sloot. 'Dat lijkt mij een goede visstek', zegt opa. Opa legt de hengels en het visnet op de grond. Hij vouwt twee kleine campingstoeltjes open. 'Zo superman ga daar maar opzitten' zegt opa en geeft Jasper het bamboehengeltje. Opa doet wat aas aan de haak. 'Superman vangt altijd grote vissen opa', zegt Jasper. 'En opa's vangen kleine visjes', zegt opa. Opa gooit zijn lijn met het aas in de sloot. Jasper en opa turen naar hun dobbers. 'Als je beet hebt moet je de hengel omhoog halen', zegt opa. Jasper vindt het wel een beetje eng een vis vangen. Maar hij is superman en die is niet bang. 'Ik heb beet!' roept opa. Opa haalt de lijn op met een vis eraan. De vis spartelt. Opa pakt hem beet. Hij laat hem aan Jasper zien. 'Zo nu gaan we het haakje loshalen. En dan gooien we de vis weer in het water', zegt opa. Jasper tuurt naar zijn dobber. 'Ik heb nog steeds niet beet', zegt Jasper. Opa vindt dat Jasper geduld moet hebben. Opeens horen Jasper en opa luid geblaf achter zich. Ze kijken om en zien een mevrouw met een hondje. 'Wilt u de hond aan de lijn houden. Hij schrikt de vissen af', zegt opa. 'Net goed. Ik vind het maar zielig. Die enge haken in die vissenbekjes', zegt de mevrouw. Jasper haalt zijn hengel uit het water. 'Ik ben superman. De vissen zijn niet zielig. Mijn opa gooit ze weer in het water', zegt Jasper. De mevrouw van het hondje lacht. 'Superman doet zulke dingen niet', zegt de mevrouw. Jasper loopt naar het hondje en de mevrouw toe. Hij zwaait met zijn cape en rent rond de mevrouw en het hondje. 'Ik ben superman, ik ben superman!' roept hij luid. Het hondje vindt het een leuk spelletje en rent achter Jasper aan. Opa buldert van het lachen. De mevrouw doet haar hondje aan de lijn. Rood van kwaadheid verlaat ze het park. |