Verstoppertje spelen

Je kunt ook luisteren:


'Ik tel tot tien. Wie niet weg is, is gezien', zegt mama. Sanne heeft zich verstopt achter de bank. Ze houdt zich muisstil. Mama kijkt in de kamer rond.
'Sanne waar zit je nou?' Mama kijkt in de gang.
'Weet jij waar Sanne is?' vraagt mama aan Poekie Poes. Poekie springt van de vensterbank en miauwt. Poekie loopt naar de keuken. Mama denkt dat Sanne zich heeft verstopt in de keuken. Poekie springt op de keukenstoel en miauwt.
'Je houdt mij voor de gek Poekie. Sanne is hier niet'. Maar Poekie wil geen verstoppertje spelen. Hij wil kattenbrokjes.
Mama kijkt weer in de kamer. Achter de grote plant voor het raam. Onder de tafel. Sanne zit nog steeds stil achter de bank. Poekie is mama achterna gelopen en strijkt langs haar benen.
'Straks krijg je kattenbrokjes. Eerst moeten we Sanne vinden'.
Poekie loopt naar Sanne toe. Sanne wil hem misschien wel kattenbrokjes geven.
'Ga weg Poekie', fluistert Sanne. Poekie denkt dat Sanne wil spelen en miauwt heel luid.
'Wat doe je daar Poekie?' vraagt mama. Mama gaat achter de bank kijken.
Sanne springt omhoog en zegt: 'Gevonden!'
'Nu ga ik mij verstoppen', zegt mama. Sanne moet zich omdraaien en tot tien tellen. Mama verstopt zich achter de kapstok in de gang. Er hangen heel veel jassen aan de kapstok. Niemand kan mama zien achter al die jassen.
Sanne kijkt achter de bank. Achter de stoelen. Onder de tafel. In de keuken is mama ook niet.
'Waar is mama?' vraagt Sanne aan Poekie. Poekie speelt niet meer mee. Poekie is boos en wil kattenbrokjes. Sanne kijkt in de tuin. Papa is bezig met gras maaien en zwaait naar Sanne. Sanne zwaait terug. In de tuin is mama ook niet.
'Mama waar ben je nou?' Mama blijft heel stil staan achter de kapstok. Sanne hoort iemand in de keuken. Ze rent ernaar toe. Maar het is papa, die de keuken binnenkomt.
'Kom je papa helpen in de tuin?'
'Ik ben met mama verstoppertje aan het spelen', zegt Sanne.
'Speel maar fijn door. Ik ga even een jas pakken van de kapstok. Het is fris buiten', zegt papa. Sanne loopt achter papa aan. Papa pakt een jas van de kapstok.
'Gevonden!' zegt mama. Papa schrikt. En dan moeten ze allemaal lachen.


ŠAuteur: Anne de Vries-Neuteboom