Slaapfeestje

Sanne geeft een slaapfeestje. De buurmeisjes Nina en Lisa zijn uitgenodigd. En natuurlijk Jasper. Om halfzes worden ze door hun moeders gebracht.
'Wanneer is het nu halfzes?' vraagt Sanne.
'Nog een uurtje. Kom we gaan alvast de tafel dekken', zegt Sannes moeder. Sanne zet de borden op tafel. En Sannes moeder legt de vorken en messen ernaast.
'Help je mij met pannenkoeken maken?' vraagt Sannes moeder.
'Jaaa, ik ga ze bakken en in de lucht gooien'.
'We gaan samen het beslag maken', zegt Sannes moeder.
In de keuken doet Sannes moeder bloem in een grote kom. Sanne mag er de melk bij doen en een paar eieren.
'Nu moet je goed roeren', zegt Sannes moeder. Sanne roert en roert. Ze krijgt het er warm van. Na een poosje is het klaar. Sannes moeder doet een klontje boter in een grote koekenpan. Sanne mag met een soeplepel het beslag erin doen. Langzaam wordt het een mooie bruine pannenkoek. Als ze klaar zijn ligt er een grote stapel pannenkoeken op een bord.
'Trring'gaat de bel. Sanne doet gauw haar schort af.
'Daar zijn ze!' roept ze en rent naar de deur. Sanne maakt open. Voor de deur staan Nina, Lisa en hun moeder.
'Wat ruikt het hier lekker naar pannenkoeken', zegt de moeder van Nina en Lisa.
'Ik heb het beslag gemaakt', zegt Sanne trots. Sannes moeder staat nu ook in de gang.
'Komen jullie gauw binnen', zegt ze. Net als Sannes moeder de deur dicht wil doen, komen Jasper en zijn moeder aangelopen.
'We komen op de pannenkoekenlucht af', zegt Jaspers moeder.
'Ik lust er wel zes', zegt Jasper.
Iedereen staat in de kamer en ze kijken naar de gedekte tafel. Er staat een grote fles stroop en natuurlijk het bord met de stapel pannenkoeken. De moeder van Jasper vraagt: 'Mag ik ook meedoen met het slaapfeestje? Ik wil ook wel een pannenkoek'.
'Nee, grote mensen mogen niet op mijn slaapfeestje', zegt Sanne. De moeders kijken allemaal een beetje verdrietig.
'We zijn niet welkom. Kom we gaan gauw weg', zegt de moeder van Nina en Lisa.

Als de pannenkoeken opgegeten zijn gaan de kinderen naar Sannes kamer. Op de grond liggen allemaal luchtbedden naast elkaar. Jasper springt op een van de luchtbedden. Maar valt languit. Dat vinden de anderen ook leuk. Ze springen en vallen over elkaar heen. Sannes moeder hoort het lawaai en komt naar boven.
'Moeten jullie niet eerst jullie pyama's aan', zegt ze. Dat waren ze haast vergeten. Snel gaan ze zich omkleden en de tanden poetsen.
'Over een uurtje kom ik een verhaaltje voorlezen', zegt Sannes moeder en gaat naar beneden. Sanne zet muziek op van K3. Met z'n allen dansen ze door de kamer en lopen over de luchtbedden. Na een poosje zijn ze buiten adem en kruipen in hun slaapzakken.
'Zijn jullie bang in het donker?' vraagt Jasper.
'Als het heel erg donker is wel', zegt Sanne. Nina en Lisa knikken van ja.
'Dan ga ik bij jullie spoken vannacht', zegt Jasper.
'Dat doe je niet, want dan roep ik mijn vader', zegt Sanne. Jasper lacht.
'Zullen we een kussengevecht doen?' vraagt Jasper en gooit een kussen bovenop Sanne.
'Gemenerd', roept ze en gooit hem terug. Maar hij valt bovenop Nina. Iedereen gooit nu kussens naar elkaar. Ze hebben de grootste lol. Sannes moeder is naar boven gekomen en roept: 'Het is tijd voor een verhaaltje en dan gaan jullie slapen'. Sanne kijkt verbaasd naar haar moeder en begint te giechelen. Sannes moeder heeft ook haar pyama aangetrokken. En ze heeft een slaapmuts op.
'Ik vind je cool!' zegt Jasper. Nina en Lisa beginnen ook te giechelen.
'Kom jongens, in de slaapzakken. Ik ga voorlezen over de kabouters Jonas, Knut en Malin'.
'Jaaa, over de gromtrol. Die vind ik spannend', zegt Jasper. Sannes moeder vertelt. Iedereen luistert aandachtig. Gelukkig loopt het verhaal goed af. De kinderen kunnen gerust gaan slapen. Sannes moeder geeft ze allemaal een nachtkus en gaat weer naar beneden. De kinderen liggen nog een hele tijd te fluisteren in het donker. Maar hun ogen worden almaar zwaarder en ze vallen tevreden in slaap.

De volgende ochtend is Jasper het eerste wakker. Hij wrijft de slaap uit z'n ogen en kijkt naar Sanne, Lisa en Nina.
'Jullie moeten wakker worden', roept hij en schudt ze heen en weer. Sanne kruipt uit haar slaapzak. Nina en Lisa doen hetzelfde.
'We moeten ons wassen en aankleden', zegt Sanne. Met z'n allen gaan ze naar de badkamer. Sanne vult de wasbak met water. Om de beurt wassen ze hun gezicht. Jasper spettert water naar Nina. Nina vindt het ook wel leuk en gooit water naar haar zusje. Ze maken een heleboel kabaal op de vroege ochtend. Sannes vader komt kijken en zegt dat ze op moeten schieten. Sannes moeder heeft de tafel al gedekt voor het ontbijt. Fris gewassen stormen ze de trap af.
'En hebben jullie het gezellig gehad met z'n vieren?' vraagt Sannes moeder.
'Ja, we hebben een kussengevecht gehouden en gedanst', zegt Sanne.
'En ik heb vannacht gespookt', zegt Jasper.
'Dat is helemaal niet waar. Hij liegt', zegt Nina.
'Nou, na al die avonturen hebben jullie zeker wel honger gekregen?' vraagt Sannes moeder.
'Ik wel, ik lust wel tien boterhammen', zegt Jasper.
'We beginnen alvast met een', zegt Sannes moeder. Jasper strooit er een heleboel hagelslag op. De kinderen zitten gezellig te eten tot de bel gaat. Sannes moeder loopt naar de voordeur en komt terug met de moeder van Nina en Lisa.
'Is het slaapfeestje leuk geweest?' vraagt ze.
'Mam, kunnen wij ook een slaapfeestje geven?' vraagt Lisa.
'Ja hoor, over een poosje. Anders is het niet bijzonder meer', zegt ze. De deurbel gaat weer. Nu is het de moeder van Jasper. Ze geeft iedereen een kus als ze de kamer binnenkomt.
'Heeft Jasper zich gedragen?' vraagt ze.
'Hij zegt dat hij heeft gespookt vannacht. Maar dat is helemaal niet waar', zegt Sanne.
'Ja, hij is een opschepper. Maar een lieve opschepper', zegt Sannes moeder.
'Kom opschepper. We gaan weer naar huis', zegt Jaspers moeder. Jasper steekt zijn tong uit naar iedereen en zegt: 'Vannacht kom ik weer bij jullie spoken'.
'Daaag Jasper. Wij zijn niet bang voor jou', roept Sanne.

©Auteur: Anne de Vries-Neuteboom