Sint Maarten
Je kunt ook luisteren: Het is vandaag 11 november en dat is de feestdag van Sint Maarten heeft de juf verteld. Sint Maarten was een romeinse soldaat. Hij gaf de helft van zijn mantel weg aan een arme man die het heel koud had. En hij gaf hem geld om eten te kopen. Daar werd niet alleen de arme man vrolijk van maar ook de soldaat. Een heleboel kinderen gaan vandaag langs de deuren met een lampion om licht te brengen en een liedje te zingen. En de kinderen krijgen daarvoor dan iets lekkers. Jasper en Sanne hebben ook een mooie lampion gemaakt op school met een lichtje erin. De lampion van Jasper is een pompoen. De lampion van Sanne is een kabouterhuisje. Straks als het donker is gaan ze met Jaspers moeder langs de deuren. 'Wanneer komt Jasper nou?' vraagt Sanne. 'Over een kwartiertje. Ga maar alvast je jas aantrekken', zegt mama. Sanne rent naar de kapstok. Ze trekt vlug haar jas aan en doet een sjaal om. 'Mama, het lichtje in mijn lampion moet nog aan'. 'Als Jasper er is doen we het aan', zegt mama. Sanne gaat gespannen op de bank zitten. Buiten is het nu helemaal donker. 'Triiing', daar gaat de bel. Sanne rent naar de deur. Daar staan Jasper en zijn moeder. Jasper houdt de lampion voor Sanne en begint te zingen: 'Sint Maarten, Sint Maarten, de paarden hebben staarten'. 'Ha, ha, het is de koeien hebben staarten', zegt Sanne. 'Nietes', zegt Jasper. 'Welles', zegt Sanne. 'Sanne heeft gelijk. Ik zal het nog eens zingen', zegt Jaspers moeder. 'Sint Maarten, Sint Maarten, de koeien hebben staarten, de meisjes hebben rokjes aan, daar komt Sinte Maarten aan'. Jasper haalt zijn schouders op en zegt: 'Ik ga de paarden hebben staarten zingen'. Sannes moeder heeft het lichtje van Sannes lampion aangedaan. Sanne houdt trots de lampion voor zich uit. 'Kom, we gaan', zegt Jaspers moeder. 'Tot straks', zegt Sannes moeder. 'Daaag, straks krijg je ook een paar snoepjes', zegt Sanne. 'Maar dan moet je eerst zingen', zegt Jasper. Sannes moeder lacht en zwaait. Jasper mag bij het eerste huis aanbellen. Een mevrouw doet open. Jasper en Sanne zingen: 'Sint Maarten, Sint Maarten, de koeien hebben staarten, de meisjes hebben rokjes aan, daar komt Sinte Maarten aan'. 'Jullie hebben mooi gezongen', zegt de mevrouw. Jasper en Sanne mogen wat snoep uitzoeken uit een mand. 'Naar de volgende', zegt Jaspers moeder. 'We gaan nu de paarden hebben staarten zingen', zegt Jasper. 'Mij best', zegt Sanne. Sanne mag aanbellen. Een mevrouw en een meisje met lang blond haar doen open. Jasper en Sanne zingen: 'Sint Maarten, Sint Maarten, de paarden hebben staarten'. 'Jullie zijn stom. Jullie zingen het helemaal verkeerd. Mama, je moet ze geen snoep geven hoor', zegt het meisje. 'Waarom niet? Ze zingen toch mooi', zegt de mevrouw. 'Ze zingen de paarden hebben staarten. Maar het is de koeien hebben staarten'. 'Ach, dat geeft toch niet. Koeien hebben staarten en paarden hebben staarten', zegt de mevrouw. Het meisje trekt een boos gezicht. 'Zo is het', zegt Jaspers moeder en lacht. Jasper en Sanne mogen ook dit keer weer snoep uit een mand pakken. Bij het weggaan keert Jasper zich om naar het meisje en steekt zijn tong uit. Ze bellen nog bij meer deuren aan. De tas met snoep wordt almaar zwaarder. 'Zullen we weer naar Sannes huis gaan?' vraagt Jaspers moeder. Dat willen Jasper en Sanne wel. Ze beginnen een beetje moe te worden. 'En was het leuk?' vraagt Sannes moeder als ze gezellig met wat te drinken aan tafel zitten. 'We hebben paarden hebben staarten en koeien hebben staarten gezongen', zegt Sanne. 'En niemand vond het erg. Alleen dat stomme meisje', zegt Jasper. 'Ach, dat moet je niet zeggen. Het is tenslotte Sint Maarten', zegt Jaspers moeder. 'Wat hebben jullie allemaal gekregen?' vraagt Sannes moeder. Jasper en Sanne keren de tas om op tafel. Er liggen mandarijntjes, rolletjes met snoep, spekkies en nog veel meer. 'En nu moeten jullie al het snoep gaan verdelen. Net zoals Sint Maarten zijn jas en zijn geld deelde', zegt Jaspers moeder. 'Willen jullie ook wat?' vraagt Sanne aan de mama's. 'Jullie mogen de mandarijntjes', zegt Jasper. De mama's lachen. 'Nou, vooruit dan maar. Ik doe aan de slanke lijn', zegt Jaspers moeder. 'En ik ook', zegt Sannes moeder. 'Wij niet', zeggen Jasper en Sanne en verdelen alles eerlijk. |