Roofvogel Hij zat daar op het hek als een machtig veldheer, loerend naar prooi over de weilanden. Ik wandelde onrustig door zijn territorium. Al was ik niet zijn doel, toch was ik waakzaam. Plotseling vloog hij op met krachtige slagen. Ik volgde hem in zijn vlucht en rook de angst van zijn buit. ŠAnne de Vries-Neuteboom |