Naar de molen

Je kunt ook luisteren:

Sannes moeder bakt vanmiddag broodjes. Ze heeft het deeg al gemaakt en kneedt het stevig met haar handen. Sanne kijkt toe hoe mama er kleine bolletjes van maakt. Ze legt ze op het bakblik van de oven.
'Zo het deeg van de broodjes moet nog een poosje rijzen. Ik heb het meel bij de molen in het dorp gekocht. We kunnen er ook een keer pannenkoeken van bakken', zegt mama.
'Jaaa, lekker', zegt Sanne.
'We kunnen een keer naar de molen toegaan. Dan kun je zien hoe het graan wordt gemalen tot meel. En dan kopen we meteen weer een nieuw pak voor de pannenkoeken', zegt mama.
'Mag Jasper dan ook mee?' vraagt Sanne.
'Ja hoor leuk. We vragen Jasper of hij zin heeft om woensdagmiddag met ons mee te gaan', zegt mama. De ronde deegbolletjes zijn gerezen en mama schuift het bakblik in de oven.
'Zo nog een kwartiertje, dan zijn ze gebakken en kunnen ze eruit', zegt mama.

Woensdagmiddag rijdt Sannes moeder met Jasper en Sanne op de achterbank van de auto naar de molen.
'Ik zie hem al, de molen', zegt Jasper.
'Ik ook', zegt Sanne.
'Ja, dat kan niet missen. Hij torent boven alles uit', zegt Sannes moeder. Als ze vlakbij de molen zijn, zoekt Sannes moeder een plekje om de auto neer te zetten.
'Kom jongens uitstappen', zegt Sannes moeder. Met z'n drieën lopen ze naar de ingang van de molen.
De molenaar staat in de deuropening en zegt: 'Goedemiddag dame en jongelui. Komen jullie gezellig een kijkje nemen in de molen?'
'Ik wil helemaal naar boven klimmen', zegt Jasper.
'Ik ook', zegt Sanne. De molenaar lacht en vraagt: 'Willen jullie dan niet zien hoe er graan wordt gemalen? Kijk jongens, hier op de grond staat een handmolen. Dat zijn twee ronde stenen, waartussen het graan wordt gemalen. Ik heb er al wat graan ingedaan. En nu draai ik met het handvat de steen rond. Het graan wordt gemalen en dan heb je meel om pannenkoeken mee te bakken', zegt de molenaar.
'Willen jullie het ook een keer proberen?' vraagt hij. Jasper en Sanne draaien om de beurt de steen rond. Het is best zwaar werk. Ze hebben rode wangen van de inspanning.
'Gelukkig hoef ik dat allemaal niet meer met de hand te doen. Kom, we gaan naar boven. Daar staan hele grote maalstenen. Die kunnen heel veel graan malen', zegt de molenaar.
Ze klimmen de smalle trappen op naar de zolder waar het graan wordt gemalen. Daar kijken Jasper en Sanne hun ogen uit.
'Zo, dat zijn grote stenen', zegt Sannes moeder.
'In die grote houten trechter gooi ik de zakken met graan. Het graan komt tussen de maalstenen. De wind en de molen laten de maalstenen draaien. En dan wordt het graan tot meel gemalen', zegt de molenaar.
'En van het meel bak ik dan broodjes en pannenkoeken', zegt Sannes moeder.
'Die kan mama heel goed bakken en ik help ook mee', zegt Sanne.
'Ik kan pannenkoeken heel hoog in de lucht gooien', zegt Jasper.
'Uitslover, dat kan je helemaal niet', zegt Sanne.
'Welles', zegt Jasper.
'Nou Jasper, volgende week woensdagmiddag kom je helpen pannenkoeken te bakken. En dan kun je laten zien hoe hoog je ze gooit', zegt Sannes moeder. Dat wil Jasper wel. En ook veel pannenkoeken opeten.
'Zullen we weer eens naar beneden gaan? Wel voorzichtig hoor', zegt de molenaar.
Als ze beneden zijn koopt Sannes moeder nog een paar pakken meel voor thuis. Jasper en Sanne krijgen elk een mooie kleurplaat van een molen om thuis in te kleuren.
'Vonden jullie het leuk?' vraagt Sannes moeder als ze weer met de auto naar huis rijden.
'Ik vond het super leuk', zegt Sanne.
'Ik ook en later als ik groot ben wil ik ook molenaar worden', zegt Jasper.
'En dan ga ik jou helpen', zegt Sanne.
'Nou, ik hoor het al. Het was een leuke middag. En dan moeten we nog een keer pannenkoeken gaan bakken', zegt Sannes moeder.
'Jaaa, lekker', roepen Jasper en Sanne.

©Auteur: Anne de Vries-Neuteboom