Met de rondvaartboot Je kunt ook luisteren: Opa en Jasper maken vandaag een tochtje met de rondvaartboot. Ze hebben een mooi plekje gevonden bij het raam. Zo kunnen ze goed naar buiten kijken. 'Waar varen we naar toe?' vraagt Jasper. 'We gaan een rondje varen door de haven', zegt opa. 'Kijk! De trossen worden losgemaakt. Daar gaan we', zegt opa. Jasper drukt zijn neus tegen het raam. De boot begint een beetje te schommelen. De motor begint harder te draaien. Langzaam maakt de rondvaartboot zich los van de kade. 'Straks varen we onder een grote brug naar de haven toe', zegt opa. Er komt een mevrouw langs die vraagt of ze wat willen drinken. Jasper wil wel een limonade en opa vraagt een kopje koffie. Er vaart een groot schip langs met allemaal gekleurde metalen kisten op het dek. 'Dat is een containerschip', zegt opa. 'Wat zit erin die kisten?' vraagt Jasper. 'Oh, dat kan van alles zijn. Meubels, kleding en nog veel meer', zegt opa. De mevrouw is weer terug met hun drankjes. Ze heeft ook een mooie kleurplaat voor Jasper. 'Dat is leuk. Er staan allerlei verschillende boten erop. Die kan je thuis inkleuren', zegt opa. Jasper bedankt de mevrouw. 'Daar is de grote brug opa', wijst Jasper. Dan varen ze er eindelijk onderdoor. In de haven is van alles te zien. Jasper kijkt zijn ogen uit. Aan de kant liggen reusachtige schepen. Grote hijskranen bewegen heen en weer en tillen containers van de schepen. Een snelle watertaxi zoeft aan hen voorbij. Het water spat omhoog. 'Jasper kijk, een cruiseschip. Die gaat vast een verre reis maken', wijst opa. 'Wat is dat een cruiseschip?' kan Jasper maar net goed uitspreken. 'Dat is een soort hotel. Daarop kunnen een heleboel mensen verblijven. Er zijn winkels, restaurants, zwembaden en nog veel meer op dat schip', zegt opa. 'Waar gaan ze dan naar toe?' vraagt Jasper. 'Misschien wel naar verre warme landen', zegt opa. 'Ik wil later kapitein worden', zegt Jasper. 'Op welk schip dan?' vraagt opa. 'Op een containerschip of op een rondvaartboot', zegt Jasper. 'Ik heb vroeger ook wel willen varen op een groot vrachtschip. Maar ja, ik ontmoette je oma', zegt opa. 'Als ik kapitein ben later, mag je met mij meevaren', zegt Jasper. Opa geeft Jasper een schouderklopje. 'Weet je wat we doen. We gaan vragen of je een kijkje mag nemen in de stuurhut van de kapitein', zegt opa. 'Jaaa, dat wil ik', zegt Jasper. Opa staat op en loopt naar de mevrouw van de koffie toe. Ze praten een poosje. De mevrouw kijkt naar Jasper en glimlacht. Opa schuift weer aan de tafel bij het raam en zegt: 'Die mevrouw die ik sprak gaat vragen of we in de stuurhut mogen. Ze komt straks naar ons toe', zegt opa. Jasper is helemaal opgewonden. Hij kan niet wachten. Na een poosje komt de mevrouw van de koffie naar hen toe en zegt: 'De kapitein vindt het goed hoor. Komen jullie maar met mij mee'. In de stuurhut geven Jasper en opa de kapitein een hand. 'Zo, ik heb gehoord dat jij later ook kapitein wilt worden'. Jasper knikt. 'Je mag het grote stuur wel even vasthouden', zegt de kapitein. Trots houdt Jasper het grote houten stuurwiel vast. 'Blijf even staan, dan maak ik een foto', zegt opa. Hij maakt ook nog een foto van de kapitein samen met Jasper. Ze blijven nog een poosje kijken hoe de kapitein met de boot door de haven vaart. Terug op hun zitplaatsen bij het raam praat Jasper nog opgewonden na over hun bezoek bij de kapitein. Op de terugweg ziet opa de brug in de verte weer opdoemen. 'We zijn weer bijna terug. De tijd is omgevlogen. Wat hebben we veel gezien hé Jasper'. 'Ik wil best nog wel een keer. En dan ook weer in de stuurhut van de kapitein', zegt Jasper. Opa lacht en zegt: 'Ahoy kapitein. Tot uw orders'. |