Hoera! Koningsdag

Je kunt ook luisteren:

Het is vandaag Koningsdag. Jasper en Sanne gaan naar de braderie in het dorp met hun moeders. Ze zitten te wachten op de bank. Ze hebben een kroon op hun hoofd. Die hebben ze gemaakt in de kleuterklas. Hij is van papier met oranje glitters erop geplakt.
'Ik ben een koning en jij bent een prinses', zegt Jasper.
'Nee, ik ben een koningin. Kijk maar ik heb een kroon', zegt Sanne. Jasper pakt de kroon van Sannes hoofd.
'Nu niet meer', zegt Jasper. Sanne wordt boos en wil de kroon terug. Maar Jasper springt van de bank. Hij rent door de kamer en roept: 'Je bent een prinses'. Sanne springt ook van de bank en rent Jasper achterna. Jasper let niet goed op en gooit een vaas met bloemen van de tafel. Een grote plas water ligt op de grond. De moeders van Jasper en Sanne horen het lawaai in de keuken. Jaspers moeder komt de kamer binnen en vraagt: 'Wat is hier aan de hand?'
'Jasper heeft mijn kroon afgepakt en ik ben geen prinses', zegt Sanne. Jaspers moeder ziet de vaas met de bloemen op de grond.
'Nou, het is wat moois. Het is dat de koning jarig is en ik niet boos kan worden. Jasper geef Sanne haar kroon terug'. Jasper is geschrokken en doet wat zijn moeder zegt.
'Gaan we nu naar het dorp. Ik wil geschminkt worden', zegt Sanne.
'Ik niet, ik wil op het springkussen', zegt Jasper.
'We ruimen eerst de vaas op en dan gaan we', zegt Jaspers moeder.

In het dorp is het gezellig. Er staan allemaal kraampjes in de dorpsstraat. Je kunt er van alles kopen: poppen, snoepgoed, sokken en breiwol. En er zijn ook kinderen die een kleedje op de grond gelegd hebben. Op dat kleedje liggen: oud speelgoed, serviesgoed, stripboeken, een blikken speelgoedtrommel. Allerlei tweedehandsspullen die de kinderen thuis van zolder hebben gehaald. Jasper ziet een rode brandweerauto liggen en pakt hem op.
'Voor vijftig eurocent mag je hem hebben', zegt een meisje.
'Mam, mag ik hem hebben?' vraagt Jasper. Jaspers moeder vindt het goed en geeft het meisje het geld. Maar nu wil Sanne ook wat hebben. Ze ziet een pop en wijst ernaar. Het meisje zegt: 'Die is een euro'. Sannes moeder geeft een euro. Blij lopen Jasper en Sanne weer verder. Ze blijven met z'n allen staan bij een jongen die op een dwarsfluit 'Lang zal ze leven' speelt.
'Dat doet hij heel goed', zegt Sannes moeder en gooit vijftig eurocent in een mandje op de grond. Jasper steekt zijn tong uit naar de jongen en zegt: 'Ik vind er niks aan'. Maar de jongen speelt al weer een ander liedje.

Ze zijn op een pleintje aangekomen. Daar staat een groot springkussen. En er is een kraampje waar je je kunt laten schminken. Jasper geeft zijn rode brandweerwagen aan zijn moeder.
'Ik wil op de springkussen', zegt hij.
'Ik ook', zegt Sanne en geeft de pop aan haar moeder.
'Jij wilde niet op de springkussen', zegt Jasper.
'Maar nu wel', zegt Sanne.
'Ik heb een veel beter idee. Op de springkussen kunnen jullie niet met die kroon op je hoofd. Jullie moeten je eerst laten schminken. Dan staat dat extra feestelijk als jullie voor de koning gaan springen', zegt Sannes moeder. Dat vinden ze allemaal een goed idee. Jasper en Sanne rennen naar het kraampje toe. Twee meisjes schilderen bij een paar kinderen een paar vlaggetjes op hun wangen.
'Dat willen wij ook', roepen Jasper en Sanne.
'Straks mogen jullie', zegt Sannes moeder. Eindelijk zijn Jasper en Sanne aan de beurt.
'De vlaggen op jullie wangen staan leuk bij jullie kroon', zegt een van de meisjes.
'Die gaat straks af. We gaan heel, heel hoog springen voor de koning', zegt Jasper. Het meisje lacht en zegt: 'Dan ziet hij jullie misschien wel'.
'Ja, wij springen helemaal tot boven zijn paleis', zegt Jasper.
'Toe maar. Dat is nog eens een verjaardagscadeau', zegt het meisje. Als Jasper en Sanne geschminkt zijn, betalen de beide moeders de meisjes.

Jasper en Sanne rennen naar het springkussen. Ze kijken naar de kinderen die de lucht in springen. Er valt er een op z'n billen. Een ander laat zich op z'n buik vallen. Jasper en Sanne geven hun kronen aan hun moeders.
'We lijken wel hun lakeien vandaag. We dragen van alles voor ze en we moeten ook nog betalen', zegt Sannes moeder.
'Ja, het zijn vandaag koninklijke kinderen met die kronen en vlaggen op hun wangen', zegt Jaspers moeder. Jasper en Sanne springen zo hoog als ze kunnen. Na een poosje zijn ze erg moe van al dat springen. Ze gaan van het springkussen af en lopen naar hun moeders toe.
'Zo, uitgesprongen. Dan gaan we een lekkere suikerspin halen', zegt Jaspers moeder.
'Jaaa' roepen ze alletwee tegelijk. Ze lopen weer terug naar de braderie. Bij een kraampje kopen ze vier suikerspinnen. Ze vinden een bankje en gaan gezellig zitten snoepen. Jaspers en Sannes haar zitten na een tijdje onder de suikerspin.
'Jasper en Sanne met hun roze pruiken van suikerspin', zegt Sannes moeder.
'Ja, als de koning jullie zo ziet kan hij jullie wel opeten', zegt Jaspers moeder.
'Neee, wij zijn geen suikerspinnen. Wij zijn koning en koningin', roept Sanne.
'Ik ben koning suikerspin' zegt Jasper.
'Kom koning suikerspin. We gaan weer eens', zegt Jaspers moeder. Met z'n vieren gaat het feestelijke gezelschap naar huis. Ze zwaaien nog naar de jongen met de dwarsfluit. Die bergt zijn dwarsfluit op voor de volgende Koningsdag.


ŠAuteur: Anne de Vries-Neuteboom