Een zandkasteel bouwen Je kunt ook luisteren: Jasper is met Sanne en de moeder van Sanne een middag naar het strand. Sannes moeder heeft een koeltas met broodjes en limonade meegenomen. Ze zitten op grote badhanddoeken. 'We gaan een zandkasteel bouwen', zegt Jasper tegen Sanne. 'Ja! dan ben ik een prinses en jij een ridder', zegt Sanne. Jasper vindt het goed. Ze pakken hun emmertjes en schepjes. Vlakbij de zee vinden ze een goede plek. 'We moeten eerst een gracht maken', zegt Jasper. Jasper heeft al eens een zandkasteel gebouwd samen met opa. Hij weet precies wat ze moeten doen. Jasper en Sanne scheppen en scheppen. Net zo lang tot ze een ronde gracht hebben. 'En nu moeten we het kasteel maken', zegt Jasper. Met hun handen maken ze eerst een berg met nat zand. Uit de berg nat zand maken ze het kasteel. 'Er moeten torens op', zegt Sanne. Jasper maakt twee torens. 'En nu moeten we water in de gracht doen', zegt Jasper. Met hun emmertjes halen ze water uit de zee. Het zeewater wordt in de gracht gegooid. 'Ik ga mamma halen', zegt Sanne. Sannes moeder vindt het kasteel prachtig. 'Voor de poort en de ramen kunnen jullie schelpen gebruiken', zegt ze. Jasper en Sanne gaan schelpen zoeken. Er liggen er heel veel in het zand. Met hun handen vol schelpen gaan ze terug naar het kasteel. Jasper plakt een grote schelp op de poort. Sanne plakt kleine schelpen voor de ramen. 'We zijn klaar', zegt Jasper. 'Nu kan ik er wonen', zegt Sanne. 'Ik ben een ridder en moet het kasteel verdedigen', zegt Jasper. Sanne is trots op Jasper. Sanne voelt zich een echte prinses. Sannes moeder roept of ze komen eten. Sanne en Jasper hebben honger gekregen. Een zandkasteel bouwen is een heleboel werk. Ze eten broodjes met kaas. Sannes moeder schenkt papieren bekers vol met limonade. 'De zee komt wel steeds dichterbij het kasteel', zegt Sannes moeder. 'Ik moet mijn kasteel verdedigen', zegt Jasper en rent terug naar het kasteel. 'Ik ga Jasper helpen', zegt Sanne en rent naar hem toe. Jasper en Sanne maken een dijk voor de zee. Maar het zeewater is niet te stoppen. De dijk stort in. Het zeewater stroomt de gracht in en is nu vlakbij de poort. Het kasteel stort in elkaar. Jasper en Sanne zijn boos op de zee. Sannes moeder komt aangelopen en zegt: 'Dat is het lot van zandkastelen. De golven komen alles stelen'. |