Lotte en de kerststal


Het was twee dagen voor Kerst. Lottes moeder was druk bezig in de keuken om een kerstbrood te bakken. Lotte keek toe hoe ze de rozijnen met het deeg mengde.
'Het zou leuk zijn als het ging sneeuwen. Een witte Kerst hebben we lang niet gehad.' Lotte pakte de bus met poedersuiker van het aanrecht. Ze schudde de bus heen en weer. Een fijne laag poedersuiker dwarrelde door de lucht.
'Wat doe je nou?'
'Het sneeuwt!' riep Lotte triomfantelijk.
'Jij ook altijd met die rare streken.' Ze lachte.
Mama deed het beslag in de springvorm en schoof het bakblik in de oven.
'Zo, dat duurt nog wel een uurtje voor hij gaar is.'
'Gaan we nu de kerstboom versieren?' vroeg Lotte.
'Ja, dan moeten we samen de dozen met kerstversieringen van zolder halen.'

Op zolder stond van alles. Een oude rieten stoel, een ladekastje, stapels tijdschriften, koffers en nog veel meer.
'Daar in die hoek moeten de dozen met kerstspullen staan. Er staat op wat erin zit.'
'Ik heb hier een doos. Er staat kerstballen op.' Lotte maakte hem open. Mooie glimmende zilveren en rode ballen schitterden voor haar ogen.
'Er moet ook nog ergens een kerststal zijn. Die is nog uit mijn jeugd. Een stal met kleine aardenwerk beelden. Jozef is al eens gelijmd, omdat ik hem ooit heb laten vallen. Maar de rest is nog heel. Ik heb hem in een grote bruine doos gedaan.'
Ze keken in alle hoeken van de zolder. Maar er was geen doos waarin een kerststal zat.
'Papa heeft spullen naar de kringloopwinkel gebracht.'
'Oh nee, het zal toch niet waar zijn. Zou hij per ongeluk de doos met de kerststal hebben weggebracht?'
Lotte zocht nog een keer de zolder zorgvuldig af. Misschien was er toch nog een doos die ze over het hoofd hadden gezien.
'Kom, we brengen de dozen met kerstversieringen naar beneden. Ik ga morgen bij de kringloopwinkel langs.'

De sfeer was een beetje bedrukt toen ze de kerstboom gingen versieren. Moeder zette een CD met kerstliedjes op. Al gauw neurieden ze het lied 'Jingle bells, jingle bells' mee.
Mama deed het snoer met de lichtjes in de boom. Lotte mocht de kerstballen erin doen.
'De piek moet er nog bovenop. Ik kan er niet bij.' Mama tilde Lotte op, zodat ze de piek erop kon schuiven.
Ze zagen er verhit uit toen alles in de boom hing. Op een afstandje keken ze toe hoe mooi het was geworden.
'Dan hebben we nu wel een kop thee en een stukje banketstaaf verdiend,' zei mama en liep naar de keuken.
Lotte maakte een dansje rond de kerstboom. De lichtjes deden de kerstballen glinsteren. Wat is kerstmis toch fijn, dacht ze.
Mama zette intussen de bekers met thee en banketstaaf op tafel. Gulzig dronk Lotte van de thee. Ze had een enorme dorst gekregen van al het werk.
'Wil jij straks bij mevrouw Witjes wat tijdschriften brengen? En misschien kun je een boodschap voor haar doen?'
'Jaaa, dat wil ik best.'

De buurvrouw was al oud. Lotte en haar moeder deden wel vaker boodschappen voor haar.
Met een tas vol tijdschriften belde Lotte bij mevrouw Witjes aan. Die zag haar al aan komen vanachter het raam. Het duurde even voordat de deur openzwaaide.
'Wat fijn dat je er bent. Kom gauw naar binnen dan maak ik thee voor je.'
'Ik heb net thee van mama gehad. Maar ik lust best nog wel een kopje.'
Het was lekker warm in de kamer van mevrouw Witjes. Op de salontafel stond een kerststukje. En in een hoek van de kamer een kleine kunstkerstboom met gekleurde lichtjes.
'Wij hebben vanmiddag de kerstboom versierd.' Lotte ging op de bank zitten. Ze vertelde ook dat mama erg verdrietig was. De kerststal had papa misschien per ongeluk naar de kringloopwinkel gebracht.
'Waarom ga je niet even bij de kringloopwinkel kijken? Dan kun je meteen voor mij langs de supermarkt. Ik heb een lijstje voor je met boodschappen. Je komt er toch langs.'
Lotte werd opeens erg opgewonden. Dat ze daar zelf niet eerder aan had gedacht.
'Ik ga meteen!' en ze rende naar de voordeur.
'Wacht, ik moet je nog geld geven voor de boodschappen.' Ze gaf Lotte een grote boodschappentas mee en een bruine portemonnee.

Ze was buiten adem toen ze voor de kringloopwinkel stond. Het hele eind had ze hard gelopen. Er kwam net een meneer uit de winkel met een grote doos. Ze schrok even. Stel je voor dat die meneer de doos met daarin mama's kerststal had.
'Wat kijk je bang? Toch geen kwaad geweten?' vroeg de meneer lachend.
'Heeft u een kerststal gekocht?' vroeg Lotte.
'Waarom wil jij dat weten?'
'Mijn vader heeft per ongeluk mijn moeders kerststal hier gebracht.'
'Dan zou ik maar gauw naar binnen gaan.' De meneer schudde zijn hoofd.
In de winkel stonden tafels, stoelen, kasten, fornuizen, serviesgoed en allerlei snuisterijen. Lottes ogen dwaalden in het rond. Ze schrok toen een meneer met een snor op haar schouder tikte.
'Ben jij niet wat jong om hier alleen rond te lopen?' vroeg hij. Lotte keek hem verontwaardigd aan.
'Ik ben al negen jaar.' De man lachte en vroeg: 'Wat zoek je?' Lotte schraapte haar keel. 'Ik zoek een kerststal. Het is een cadeau voor mijn moeder.'
'We hebben er nog een. De kerststallen worden nu tegen kerst goed verkocht. Ik loop wel even met je mee.'
Ze liepen naar een grote stellingkast die tegen de wand stond.
'Kijk! Daar staat hij', wees de man. Er stond een kleine houten stal. Met daarin de beelden van: Jozef, Maria, het kindje Jezus, herders, schapen en de drie koningen. Lotte pakte voorzichtig Jozef op en zag dat het hoofd gelijmd was. 'Dit moet de kerststal van mama zijn,' dacht ze.
'Vind je hem mooi? Je mag hem kopen voor drie euro.' Maar Lotte had helemaal geen geld. En als ze de stal nu niet zou kopen dan was hij straks zeker weg. Ze had wel boodschappengeld bij zich van mevrouw Witjes. Ik leen het even, dacht ze en haalde de bruine portemonnee uit de tas. Er zat een biljet van tien euro in. Ze gaf het aan de man.
'Dan gaan we de beeldjes even in wat kranten verpakken. En je krijgt nog wisselgeld.' Lotte knikte verheugd.
'Dat is een mooi cadeau zo voor kerstmis. Je moeder zal er blij mee zijn.' Met een zware tas verliet Lotte de winkel. 'Eerst maar even de kerststal thuisbrengen. Wat zal mama blij zijn dat ze de stal weer terug heeft', dacht Lotte.

Lotte liep achterom door de tuin de keuken binnen. Mama haalde net het kerstbrood uit de oven.
'Mama, mama, ik heb je kerststal gevonden.'
'Oh, waar dan?'
'Bij de kringloopwinkel.'
'Ben je daar helemaal naar toe gelopen?'
'Ik moest boodschappen doen voor mevrouw Witjes. Ik kwam er toch langs. Ze hadden een kerststal in de winkel staan en Jozef was gelijmd. Het is jouw kerststal.'
Ze haalde een voor een de beelden uit de tas en zette ze op de keukentafel.
'Ik heb ze wel even betaald van het boodschappengeld van mevrouw Witjes. Het was drie euro.'
Mama nam het beeldje van Jozef in haar handen en zei: 'Dat is mijn Jozef! Maar het is eigenlijk niet zo netjes om daarvoor mevrouw Witjes geld te gebruiken. Ik geef je drie euro en dan moet je gauw boodschappen voor haar gaan doen. Mevrouw Witjes is straks ongerust dat je zo lang wegblijft. Ik ga wel even naar haar toe om het uit te leggen.' Lotte keek even teleurgesteld. Had ze zo haar best gedaan. Maar ze begreep het wel en rende de deur uit.

Ze belde na een halfuur hijgend met een gevulde boodschappentas bij mevrouw Witjes aan. De moeder van Lotte deed de deur open.
'Kom gauw naar binnen. Geef mij de boodschappentas maar. Die zet ik in de keuken.'
Lotte liep schoorvoetend de woonkamer binnen. Ze verwachtte dat de buurvrouw boos zou zijn. Maar die lachte en zei: 'Je moeder heeft alles verteld. Het is wel niet zoals het hoort. Maar het was heel slim van je om de kerststal meteen te kopen. Anders was hij misschien wel verkocht.'
Lotte zuchtte opgelucht. Mama kwam binnen met kopjes thee en kerstkransjes. Het werd al donker buiten. De lichtjes in de kerstboom verlichtten de kamer. Het was gezellig zo met z'n drietjes.
Mama keek op haar horloge. 'We moeten nu toch echt op huis aan. Het avontuur met de kerstal zullen we niet gauw vergeten.'
'En ik heb hem teruggebracht', zei Lotte trots. Vrolijk namen ze afscheid van mevrouw Witjes.


ŠAuteur: Anne de Vries-Neuteboom