Hoeden
(naar een schilderij van Jopie Huisman)

De hoeden, levend op een hoop gegooid.
Ze werden door hun meesters afgedaan
en liggen sleets, gehavend en berooid.
Het binnenwerk is hier en daar vergaan.

Ze gingen elke zondag naar de kerk,
ontmoetten daar hun dorpse medehoed.
Ze baden voor de zegen op hun werk
en voor het nageslacht een weesgegroet.

In naden, stiksels rest het droge zweet,
van zorgen voor het dagelijkse brood.
Het zijn de hoeden met geluk en leed.
Hun meesters vonden al een vroege dood.

©Anne de Vries-Neuteboom